Medicijnen niet overal te krijgen (Deel 3 )

Foto: Radar.avrotros.nl

Gisteren meldden we dat de ziekenhuizen goede redenen hebben om de onderhandelingen te wantrouwen. Ook dat landelijke inkoopafspraken over dure medicijnen belangenstrijd tot gevolg heeft in de zorg, waardoor de ziekenhuisapotheker minder kan onderhandelen. Bovendien hebben de geheime deals nog een onvoorzien gevolg.

Kan de minister wel zo hard onderhandelen?

In mijn eerdere stukken werd al duidelijk dat de zorgverzekeraars en het Zorginstituut in de problemen (kunnen) komen als de afspraken die het ministerie landelijk met geneesmiddelenfabrikanten maakt geheim blijven. ‘Zolang we geen inzage krijgen in de prijsafspraken van het ministerie zijn we vleugellam,’ reageerde Lonneke Timmers van verzekeraar Menzis in een eerder stuk.

Ook het Zorginstituut loopt het risico dat zijn adviezen aan de minister een lege huls worden, omdat met de geheime arrangementen nooit te controleren valt of er voldoende van de aanvankelijke prijs is afgehaald in de onderhandeling.

Borstkankermedicijn kost 70.000 euro boven maximum

Een goed voorbeeld is een borstkankermedicijn van Roche, Perjeta. Dat middel kost omgerekend 150.000 euro per gewonnen levensjaar in goede kwaliteit, 70.000 euro meer dan de 80.000 euro die het Zorginstituut als maximum hanteert. En om het nog lastiger te maken: Perjeta valt al sinds 2014 onder de basisverzekering en heeft aantoonbare meerwaarde voor patiënten. Gedurende de onderhandelingen wordt het middel dan ook gewoon nog gebruikt.

Aan de dealmakers van het ministerie de ondankbare taak om bijna de helft van de prijs af te praten, wil het medicijn in de toekomst niet kannibaliseren op zorg voor andere patiënten. En doen ze dat niet of maar ten dele, dan weet fabrikant Roche later dit jaar dat een zeer negatieve beoordeling van het Zorginstituut een extreme prijsverlaging als gevolg heeft. Later dit jaar zal het bedrijf opnieuw met het ministerie om de tafel moeten, ditmaal over het nieuwe middel Tecentriq.

Toch werd een nieuw effectief geneesmiddel nog nooit afgewezen door de minister

Forse onderhandelingen

‘Dit zijn hele forse onderhandelingen,’ zegt Werner Brouwer, hoogleraar gezondheidseconomie en decaan van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit. ‘Je krijgt alleen niet de indruk, voor zover we dat kunnen overzien, dat er zo hard kán worden onderhandeld.’

Want een voorwaarde voor een rationele onderhandeling is de durf en de mogelijkheid om weg te kunnen lopen. ‘Accepteren van het simpele feit dat er een grens is van wat we kunnen doen, bepaalt op een doorslaggevend niveau je positie aan de onderhandelingstafel,’ zegt hij.

Toch werd een nieuw effectief geneesmiddel nog nooit afgewezen door de minister.

Loop als minister maar eens weg van een patiëntengroep die je in sommige gevallen een goed laatste jaar zal ontzeggen als je stopt met vergoeden van een middel.

Brouwer: ‘Vertel als minister van Volksgezondheid maar eens live in een uitzending van Nieuwsuur waarom deze zichtbare, allerkwetsbaarste patiënten het medicijn dat ze willen niet krijgen.’

Een eigenstandig orgaan oprichten dat binnen politiek vastgestelde kaders de beoordelingen en de onderhandelingen uitvoert is de enige oplossing, zegt Brouwer. Een organisatie ‘met het mandaat beslissingen te nemen die politiek onverkoopbaar zijn.’

En dat orgaan zou dan moeten doen wat voor een minister politiek heel lastig verkoopbaar is: sommige geneesmiddelen geheel afwijzen omdat ze te duur blijken. In Engeland noemen ze dat een instituut dat ‘can bear the heat of its own decision.’

Wat onduidelijk blijft

Maar zover is het nog lang niet. De strijd voor betaalbare geneesmiddelen blijft betrekkelijk onoverzichtelijk.

In het door de minister van VWS geregisseerde sterrenstelsel van zorginstanties wordt door verschillende partijen met de industrie onderhandeld over de prijs van geneesmiddelen.

Zorgverzekeraars, ziekenhuizen, ziekenhuisapotheken het Zorginstituut én het ministerie spelen daarbij hun eigen rol.

Voor de allerduurste, in de publiciteit meest gevoelige geneesmiddelen, heeft de minister het Buro Financiële Arrangementen dat probeert prijsafspraken met de industrie te maken.

Hoeveel korting daar op landelijke schaal wordt bedongen is het geheim van de onderhandelingen. Of het bureau het beter doet dan zorgverzekeraars en de andere spelers evengoed. Alle betrokkenen moeten op hun blauwe ogen worden geloofd.

Conclusie

  • Het ministerie van Volksgezondheid onderhandelt in het diepste geheim in achterkamertjes over de duurste geneesmiddelen met de grootste spelers van de farmaceutische industrie en heeft kortingen bedongen.
  • De ziekenhuizen hebben goede redenen om de onderhandelingen te wantrouwen.
  • Landelijke inkoopafspraken over dure medicijnen heeft strijdige belangen tot gevolg in de zorg, waardoor de ziekenhuisapotheker minder kan onderhandelen.
  • De geheime deals nog een onvoorzien gevolg. In elk geval krijgen de allerkwetsbaarste patiënten hun medicijnen niet.
  • Een nieuw orgaan zou opgericht moeten worden om te doen wat voor de minister heel moeilijk politiek te verkopen is en een mandaat daarvoor moeten krijgen.
  • Partijen spelen hun eigen rol in het door het ministerie van VWS ingestelde sterrensysteem. VWS heeft een speciale eenheid opgezet voor de geheime onderhandelingen.
  • Patiënten moeten zwaar boeten in zowel financieel en vooral immaterieel opzicht voor het winstbejag van de grotere farmaceutische bedrijven.

Lees ook:

Nederlandse politici niet eerlijk over duur zorgsysteem?

Farmaceutische industrie verkiest winstbejag boven helpen patiënten

Bron:De Correspondent.