Column Alf Knutzen – Informatie over toepassing voedingssupplementen is summier.

Foto: Koggenland Nieuws

Waarom wordt er zo weinig (of niets) medegedeeld over de werking en toepassing van voedings-supplementen en producten met plantenextracten?

Simpel: het zijn geen geneesmiddelen voor de wet en daarom mag er feitelijk niets worden geclaimd wat kan worden uitgelegd als een medische claim. Is gewoon verboden op straffe van extreem hoge boetes. Je mag namelijk geen medische claims gebruiken als die niet officieel als indicatie is toegelaten. Ook al zijn er stapels literatuur die de claim kunnen onderbouwen. Medische claims/indicaties kunnen uitsluitend worden gebezigd als daar een registratie voor is. Dus dat geldt alleen voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (CE-keur).

Gezondheids- en voedingsclaims

Daarnaast zijn er nog z.g. gezondheids- en voedingsclaims. Die worden ingediend bij de EFSA (European Food Safety Authority) en zij bepalen dan of een claim wel of niet mag worden gebezigd. Bijzonder is dat zij vrijwel alle claims afwijzen, al is er nog zoveel literatuur over. Die literatuur gaat meestal over het verhelpen van klachten en problemen. Die worden dan geïnterpreteerd als medische studies en derhalve uitgesloten bij de beoordeling. Volkomen belachelijk.

Zo is het gebruik van cranberry’s bij en ter voorkoming van blaasontsteking als claim afgewezen.

Dit terwijl er veel goede studies zijn die juist aantonen dat het werkt. En ook nog zonder nare bijwerkingen. Maar dat zijn medische studies en dus mogen die niet meedoen. Je moet studies hebben bij gezonde personen om een gezondheidsclaim te kunnen bemachtigen. Maar hoe moet je nu bij gezonde mensen aantonen dat het preventief werkt tegen blaasontstekingen…??? Dat is nu EU-politiek en je kunt je afvragen in hoeverre daar invloeden worden aangewend om te voorkomen dat deze op zich vaak goed onderbouwde claims worden gehonoreerd.

Hoe ver reikt de macht van de machtige farma-ceutische industrie in dit soort kwesties?

Speelt zij een rol in het tegenhouden van claims die mogelijk van invloed kunnen zijn op hun omzet? Dat er gigantisch wordt gelobbyd in Brussel door de farma staat als een paal boven water. Helaas zijn Europarlementariërs nauwelijks deskundig op dit gebied, dus is ze van alles wijs te maken.

Neem b.v. proanthocyanidines (OPC) uit druivenpitten of pijnboomschors, een polyfenol uit granaatappel of groene thee, een polyfenol uit cranberry’s, ze mogen dan werkzaam zijn, maar ze zijn niet patenteerbaar. Derhalve heeft de farmaceutische industrie er helemaal geen oren naar. Ze kunnen er geen alleenrecht op doen gelden. Dus is het niet interessant om een dure en langdurige registratieprocedure te beginnen. Het levert niets op voor de aandeelhouders. Tenslotte kan na een registratie elke andere firma het gewoon nadoen zonder veel kosten te maken. Het product is al geregistreerd en je hoeft je dus alleen maar je aan te melden met een identieke stof. Dit soort plantaardige voedingsstoffen met een medicinale werking (ook wel nutriceuticals genoemd) kunnen veel betekenen voor de gezondheid van mensen. Nu vallen ze tussen wal en schip. Het zijn geen geneesmiddelen met een indicatie; het zijn juist voedingsstoffen waaraan je GEEN indicatie/claim bij mag noemen, terwijl er eigenlijk wel degelijk interessante medicinale toepassingsgebieden zijn.

Alle ingediende gezondheidsclaims voor proanthocyanidines zijn trouwens afgewezen.

Dat er een regelgeving is aangaande claims is op zich prima, want anders zou iedere aanbieder van een supplement de meest mooie claims kunnen bezigen – ook als ze niet juist zouden zijn. Alleen nu is de regelgeving zo streng dat het er op lijkt dat het kind met het badwater wordt weggegooid.

De wet- en regelgeving aangaande voeding en voedingssupplementen is complex en simpel tegelijk.

Simpel: je mag geen medische claims gebruiken en het product mag niet schadelijk zijn.

Complex: de mogelijkheid om gezondheids- en voedingsclaims te hanteren is heel lastig en soms kan daar slim mee worden omgesprongen. Zo kon Becel (Unilever) de claim dat linolzuur goed is voor hart en bloedvaten niet langer handhaven. Geen punt – we mikken er wat visolie bij et voilà, we kunnen de claim handhaven omdat deze claim wel is toegelaten voor visolie.

En zo kan een bedrijf toch de gewenste gezondheidsclaim handhaven. Dat die margarine eigenlijk een soort kunstboter is en niet bepaald natuurlijk (al zijn de ingrediënten wel van natuurlijke oorsprong) realiseren we ons feitelijk niet meer. Margarine is een getruukt product dat in deze vorm niet als natuurlijk voedsel kan worden aangemerkt.

Met cranberry is het nog vreemder gesteld.

Enkele bedrijven hebben een CE-keurmerk weten te bemachtigen (en dus de status van medisch hulpmiddel) en schreeuwen nu van de daken dat hun product toepasbaar is bij blaasontstekingen. Bedrijven die zo’n CE-keurmerk niet hebben aangevraagd (daar zijn de nodige kosten mee gepaard) mogen die claim niet hanteren, want zij vallen nog steeds onder de categorie voedingssupplementen. De producten met het CE-keurmerk, die dus de blaasontsteking als claim hanteren, zijn niet per definitie beter dan een cranberryproduct dat zonder de claim wordt aangeboden. Wel zijn ze meestal aanzienlijk duurder. Maar ja, als de consument ziet dat het toepasbaar is bij blaasontsteking zal deze toch eerder voor zo’n product kiezen dan voor een beter, vaak goedkoper product dat die claim niet mag voeren. Het is nauwelijks te doen voor de consument om de kwaliteit en effectiviteit van zo’n product in ter schatten. Dit vereist gewoon specialistische kennis. De EFSA die alle claims m.b.t. cranberry’s hebben afgewezen waren begrijpelijkerwijs “not amused” dat er via de achterdeur toch claims – medische zelfs – worden gemaakt d.m.v. de “medisch hulpmiddel-constructie”. Zij zouden daartegen ook protest aangetekend hebben. Vooralsnog zijn dit soort producten gewoon op de markt. En dan moet de gewone consument maar de verschillen snappen in kwaliteit en effectiviteit en deze begrijpt er uiteraard geen snars van waarom het ene product wel, en het andere de claim niet mag bezigen. Snapt u het wel? Lijkt me sterk.

Alf Knutzen, orthomoleculair voedingsdeskundige.

Wat is orthomoleculaire voeding?

Toen duidelijk werd hoe belangrijk de rol van allerlei moleculen voor het functioneren van het lichaam is, werd een nieuw woord bedacht: orthomoleculair. Deze term werd geïntroduceerd door prof. Dr. Linus Pauling. Het is een samentrekking van het Griekse woord orthos, dat ‘goed, juist, recht of gezond’ betekent en het woord moleculair, dat wil zeggen ‘betreffende moleculen’. Orthomoleculair wil dus zeggen: bijdragend aan een goede beschikbaarheid van alle moleculen die het lichaam nodig heeft. Als orthomoleculair voedingsconsulent werk ik vanuit deze principes.