Waterbeheer Koggenland in goede handen

Onze regio zuchtte de afgelopen weken onder de hittegolf op een wijze die zijn weerga in geen jaren heeft gekend. Dat heeft ook zijn gevolgen gehad voor planten dieren en niet in de laatste plaats voor het waterbeheer in onze regio.

Het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier beheert alle watergangen in de gemeente Koggenland. Koggenland Nieuws stelde naar aanleiding van de droogte het Hollands Noorderkwartier vragen hierover.

Woordvoerder Marko Cortel reageerde op onze vragen.

Hoe denkt uw organisatie de gevolgen van de droogte op te vangen voor de natuur en het watertekort? Botulisme, vissterfte en blauwalg?

WaterbeheerDe gevolgen voor de natuur beperken we zoveel mogelijk door overal de sloten en kanalen op het juiste peil te houden. Dit doen we door op ongeveer 30 plekken langs de IJsselmeer- en Markermeerkust zoet water uit deze meren in te laten. Op dit moment in totaal zo’n 30 kubieke meter per seconde (dat is 30.000 liter per seconde, 1,2 miljard liter per etmaal). Met deze hoeveelheid houden we de sloten op peil en kunnen we voldoen aan de totale watervraag van het Noorderkwartier: voor de agrariërs, voor de natuur, voor de waterrecreatie, voor de industrie, voor de drinkwaterinname, maar ook voor de vochthuishouding in het binnenste van dijken.

Belangrijk doel is het op peil houden van het water in veengebieden. Als veen verdroogt, geeft dit onherstelbare schade aan deze kwetsbare en unieke veengebieden.

Zilt water is ongeschikt om in te laten stromen

Niet overal lukt dit even goed. Bedenk je dat het ingelaten water alleen vanuit het oosten kan instromen: vanuit zee inlaten kan niet, vanwege het zout. Om al dat water dwars door de provincie tot bij Uitgeest of Schagen te krijgen, moet het door het hele stelsel van sloten, vaarten en haarvaatjes stromen. Hier en daar is de druk achter het water gewoonweg te klein en hebben we moeite om de kleinste slootjes gevuld te houden. Het Noorderkwartier kent in totaal zo’n 20.000 kilometer aan sloten en vaarten.

Opgewarmd water leidt tot toename blauwalgen

Het water warmt op, al weken. Zeker in de ondiepere sloten kan dit tot hogere watertemperaturen leiden. Een fosfaat- en stikstofvrije bodem geeft veel voedingsstoffen af. Gecombineerd met warmer water, leidt dit op veel plekken tot de zogenaamde bloei van blauwalgen. Dit is een bacterie, die jaarrond in het water zit. Bij deze ideale omstandigheden vermenigvuldigt hij zich razendsnel (de bloei), wat veel zuurstof kost. Vissen kunnen dan aan het kortste eind trekken. Voor de mens is het vervelend, voor kinderen en honden zelfs gevaarlijk, omdat de afstervende blauwalgen een giftige stof kunnen verspreiden. Dit afsterven is herkenbaar aan de groene sluiers die als verfsporen door het water liggen.

Spring niet zomaar ergens in het water

Het binnenkrijgen kan leiden tot buikloop, braken, hoofdpijn, zwemmersjeuk etc. Voor kleine kinderen en honden kan dit ernstig zijn.

HHNK raadt iedereen aan niet zomaar ergens in het water te springen, hoe verleidelijk ook. Er zijn in het Noorderkwartier ongeveer 30 officiële zwemwaterlocaties. Deze zijn te vinden op www.zwemwater.nl. Deze site houdt de status van het water bij. Zwemwaterlocaties worden regelmatig gecontroleerd en indien nodig krijgen ze een negatief zwemadvies. We raden mensen aan dit advies te volgen. Zwemwater.nl is ook als app beschikbaar.

Vis- en vogelsterfte kunnen leiden tot botulisme

Vissterfte komt elke zomer voor als gevolg van opwarming van het water. Warm water kan minder zuurstof bevatten. Grote vissen leggen als eerste het loodje. Blauwalg kan, maar hoeft niet, een rol spelen. Deze zomer valt de vissterfte in het Noorderkwartier relatief nog mee. Alle waterschappen hebben te maken met dode vis.

Dode vis en dode watervogels kunnen leiden tot botulisme. In alle waterdieren zitten darmbacteriën. Een bepaalde soort van die bacterie bloeit op als een dier overlijdt. Het kadaver is eiwitrijk, vormt een beschermend omhulsel en belangrijk: het blijft met dit weer warm. Dat is voor die bacterie een goede omstandigheid om te gaan vermenigvuldigen. Sommige bacteriën scheiden daarmee een gifstof uit. Het binnenkrijgen van die gifstof bij levende dieren, leidt tot botulisme: een vorm van voedselvergiftiging. Een dood dier hoeft dus geen botulismetoxine te verspreiden, maar kan dat wel.

Het advies is om dode dieren niet zelf op te ruimen, maar deze te melden bij gemeente of waterschap. Zij zorgen voor opruiming. Als de gemeente het niet vertrouwd, kunnen zij een kadaver voor onderzoek opsturen naar bijvoorbeeld de NVWA.

Water rondom dode dieren is sowieso niet prettig. Maar mijdt dit water zeker in de zomer, vanwege de kans op botulisme. Laat honden ook niet aan een kadaver komen, hoe interessant ze dat ook vinden.

Wat kunnen we doen?

Niet veel. Zowel voor de bestrijding van blauwalg als botulisme is koel water nodig, om de sloot mee door te spoelen. Op dit moment is er enerzijds niet voldoende water om mee door te spoelen, en anderzijds is het water elders ook warm, zodat je warm water met warm water zou spoelen. Wat fijn zou zijn (hoewel dat de zomerpret zou drukken) is een periode van koele regen. Dan verdwijnen deze ecologische gevolgen van de warmte direct.

  1. Gevolgen scheepvaart?

Gevolgen voor de scheepvaart zijn er op dit moment weinig in het Noorderkwartier. Natuurlijk kan het voorkomen dat in sommige sloten het waterpeil niet op hoogte is, zodat de kiel de bodem raakt. Maar op de reguliere vaarwegen is dit niet het geval. Daarnaast kent het Noorderkwartier een aantal notoire plekken waar waterpest of andere exotische planten welig tieren. Ooit door een gestopte aquariumhobbyist is de sloot of meer gegooid, en wat bleek? Het plantje voelt zich heerlijk in het Noord-Hollandse water. Denk bijvoorbeeld aan de overlast voor bootjes op het Alkmaardermeer. Het recreatieschap bestrijdt de planten door drukbevaren delen te maaien, maar echt wegwerken is niet mogelijk. De warmte en het warme water lijken overigens nu te hoog te worden, waardoor de groei dit jaar minder sterk is dan andere jaren.

Een nadrukkelijke maatregel die HHNK inzette (per 30-7) is het verzoek aan de provincie als beheerder van de Koopvaarderschutsluis in Den Helder om deze minder vaak open en dicht te doen. Deze sluis verbindt het zoete Noord-Hollands Kanaal met het zoute Nieuwe Diep (en Waddenzee). Door de sluis minder vaak te schutten, verliezen we minder zoet water en dringt er minder zout water het gebied binnen. Evenzo hebben we de vispassages bij Gemaal De Helsdeur in Den Helder en Sluisluis Oostoever bij Den Oever gesloten.

  1. In welke mate denkt uw organisatie na over de gevolgen voor de boeren en telers? Zijn er ook opvangregelingen in de maak voor de getroffen boeren en telers?

Agrariërs zijn de meest getroffen groep mensen door deze langdurige periode van droogte en warmte. Hoewel ze beregenen wat ze kunnen, het is te warm en de grond blijft droog. Wat beregend wordt op het land, verdampt vrijwel direct. Eén van de redenen waarom we water inlaten uit de grote meren is deze waterbehoefte van agrariërs. Daaraan voldoen we zo goed mogelijk. Maar een extreme hitte en droogte zonder gevolgen is onmogelijk. De oogsten zullen waarschijnlijk kwalitatief en kwantitatief tegenvallen. Keerzijde is dat de prijs van de verminderde teelt in de winkels zal stijgen.

Waterschap is bij wet alleen aansprakelijk bij aantoonbare nalatigheid

Droogte is een verzekerbaar risico. Om een verzekering af te sluiten, is de individuele keuze van de agrariër. Waterschappen zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van droogte. Dat staat zo in de Waterwet. Tenzij een waterschap ernstig en aantoonbaar nalatig is geweest.

Om de boeren zo goed mogelijk te bedienen, laten we water in uit IJssel- en Markermeer. Daarnaast proberen we het opdringende zeewater (verzilting) te beperken. Want zilt water uit een sloot op het land is niet goed. HHNK heft zitting in het regionale Droogte Overleg Noord (samengesteld uit de om de meren liggende zeven provinciën en negen waterschappen en Rijkswaterstaat). Het RDO bespreekt wekelijks de waterbehoeften in de gebieden en adviseert de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling. Deze kijkt naar het landelijke geheel. Op basis van adviezen van de LCW kan het landelijk Managementteam Watertekorten besluiten tot een vermindering van de waterinname uit de grote meren door de waterschappen. Met als gevolg dat het mindere water herverdeeld moet worden onder de behoeftes. Als dat besluit valt, treedt een zogenaamde verdringingsreeks in werking. Dit besluit is afgelopen donderdag (2-8) NIET genomen.

Er is bij gelijkblijvende omstandigheden voor de komende drie weken (nu dus nog twee weken) voldoende water in de grote meren.

Gelijkblijvend betekent: gelijke temperatuur, gelijke verdamping (5mm/etmaal), gelijke waterinname door de waterschappen, gelijkblijvende aanvoer via Rijn en IJssel. Wel is Code Oranje afgekondigd: er is feitelijk een landelijk watertekort, dus houdt rekening met mogelijk maatregelen in de toekomst. Waterschappen, provinciën en landelijke overheid proberen maatregelen zo lang mogelijk uit te stellen, om economische schade te beperken.

LNV is in gesprek met Brussel over extra compensaties

Agrarische organisaties hebben gevraagd om langer mest te mogen uitrijden. Door de droogte konden ze niet uitrijden, en vrezen ze met een overschot te blijven zitten als half september het uitrijden niet meer mag. Het ministerie van LNV heeft ontheffing gevraagd aan Brussel. Als het straks gaat regenen, willen boeren graag mest rijden om de grond zo goed mogelijk van voeding te voorzien. Daarnaast is LNV met Brussel in gesprek voor compensatieregelingen. Dit moet afgestemd worden met de Europese Commissie omdat het gezien kan worden als ongeoorloofde overheidssteun. Waterschappen hebben geen rol bij deze overleggen tussen LNV en de agrariërs en Brussel.