Recente ontwikkelingen in het asielbeleid hebben geleid tot aanzienlijke veranderingen in de huisvesting van statushouders in Nederlandse gemeenten. Als gevolg van het besluit van de regering om tijdelijk geen asielverzoeken van Syriërs te behandelen, zijn de aantallen statushouders die gemeenten moeten opvangen naar beneden bijgesteld.
De verandering in de doelstellingen betekent dat gemeenten in het eerste halfjaar nu slechts 15.000 statushouders hoeven op te vangen, in plaats van de oorspronkelijk geplande 17.700. Voor het tweede halfjaar is de doelstelling herzien naar 13.000.
Deze aanpassingen hebben directe gevolgen voor gemeenten die al moeite hadden om de bestaande achterstand in de huisvesting weg te werken. Hoewel er in de eerste helft van het jaar een klein positief verschil is behaald voor Koggenland, blijft de totale druk op gemeenten hoog.
Om de huisvesting van statushouders te versnellen, overweegt de minister een eenmalige financiële bijdrage aan gemeenten. Daarnaast wordt er gewerkt aan doorstroomlocaties om de integratie te bevorderen. Toch blijft het een uitdaging voor gemeenten om de gestelde doelen te halen en de achterstanden in te lopen.