Eenduidige codering medicijnen duidelijker?

Foto: Sites.google.com

Over de codering op medicijnverpakkingen bestaat al jaren discussie in de medische wereld. Er zou teveel sprake zijn van A- en B-merken. Verdwijnt dit onderscheid nu ook?

Afspraken over eenduidige codering in de zorg

Verschillende partijen in de zorg hebben afspraken gemaakt over eenduidige codering van medische hulpmiddelen. Deze codering maakt elektronisch scannen mogelijk zodat altijd duidelijk is bij welke patiënt welk medisch hulpmiddel is gebruikt. Dat is belangrijk omdat daarmee de patiëntveiligheid verbetert. De afspraken zijn tot stand gekomen op verzoek en onder regie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Minister Schippers: “Ik ben blij dat het partijen gelukt is goede afspraken te maken. Dat is goed voor de patiënt en veiligheid in de zorg in Nederland”.

Nu komt het nog voor dat er geen gestandaardiseerde code, of helemaal geen code op een medisch hulpmiddel staat, daardoor kan er niet goed gescand worden. De nieuwe afspraken sluiten goed aan op de registratie in het Landelijk Implantaten Register en lopen vooruit op de nieuwe Europese regels voor medische hulpmiddelen.

Hele keten

De afspraken zijn ondertekend door verschillende partijen in de zorg: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (Nfu), Zelfstandige klinieken Nederland (ZKN), Federatie van Technologiebranches (FHI), Ondernemersorganisatie voor de technologische industrie (FME) en de belangenorganisatie van producenten, importeurs en handelaren van medische hulpmiddelen, Nefemed. Daarmee is de hele keten betrokken van productie tot gebruik bij de patiënt.

De invoering van de eenduidige codering gebeurt gefaseerd, uitgangspunt is de lijst van implantaten die ook gehanteerd wordt voor het Landelijk Implantaten Register. De ingangsdatum is 1 juli 2018, vanaf september 2018 wordt de lijst verder uitgebreid. Het afsprakendocument met voorbeelden uit de praktijk wordt gepubliceerd op www.vmszorg.nl

Bron : Persbericht Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport.